Wethouder Rorink: “Bouw een langere tafel als het goed gaat, geen hek”

“Deventer is een gemeente die voor iedereen die hier leeft en woont zo goed mogelijk gelijke kansen wil creëren”, steekt wethouder Frits Rorink van wal. “Het zit in het DNA van Deventer en in het politieke DNA. Niet iedereen is immers in dezelfde wieg geboren, dus niet iedereen heeft van nature gelijke kansen. Elk gezin voedt zijn kind op naar eigen verantwoordelijkheid, maar soms kun je als gemeente, vereniging of buurt helpen.”

Aandacht voor de ontwikkeling van jonge mensen

Dat de gemeente Deventer zich heeft aangesloten bij de Gelijke Kansen Alliantie, is niet meer dan logisch. De manier waarop de gemeente, maar ook scholen en sportverenigingen met de jeugd omgaan illustreert dit. Rorink: “Wij hoeven niet te leuren met het onderwerp ‘jeugd’, de betrokkenheid van al die partijen met jonge mensen gebeurt op een vrij natuurlijke manier. Binnen de gemeenteraad is er ook consensus over hoe we kijken naar het opgroeien van jonge mensen. Het visiedocument ‘Van Wieg naar Werk’ halen we er regelmatig bij om te toetsen of we met de goede dingen bezig zijn, of we investeren op de goede plekken, of die passend zijn bij begeleiding van jonge mensen.”

Portret wethouder Frits Rorink

Pak als eerste taal aan

De begeleiding van jonge mensen begint al bij de geboorte. Sterker nog, tijdens de zwangerschap. “Wij hebben goede contacten met huisartsen, consultatiebureaus, met iedereen die vanaf begin betrokken is, om elk kind een kansrijke start te geven. In overleg met alle instanties, met hun professionele kennis, kunnen ze inschatten of en welke aandacht nodig is. Daarnaast wordt er in groep 1 en 2 al veel op taalachterstand gelet en bijgespijkerd. Taal is een rode draad, of je nu kleuter bent of instroomt in het ROC, taal is het eerste probleem dat aangepakt moet worden. Anders vergooi je kansen die mensen hebben. We pakken achterstanden op verschillende manieren aan. Er is bijvoorbeeld een topacademie voor havo- en vwo-leerlingen en de interventie taalklas voor vmbo en praktijkonderwijs.”

Ervaring in het onderwijs draagt bij aan samenwerking

Voor een goede samenwerking is draagvlak nodig. Wat daarbij helpt, is de achtergrond van de wethouder. “Ik heb 25 jaar gewerkt in het vmbo-onderwijs. Eerst als docent, later in de schoolleiding. Wat ik nu merk in mijn werk, is dat ik nog dezelfde gloed voel als ik een school binnenwandel, de geur van de kantine, het geroezemoes in de klas, heerlijk. Dat motiveert mij enorm als politicus. Ik merk ook dat als ik schoolbesturen spreek en zij in de gaten krijgen dat ik een van hen ben en snap wat daar speelt, ik een verbinding kan leggen en het echte verhaal te horen krijg. Die verhalen uit het veld zijn voor ons weer heel belangrijk.”

Wij zijn een ongelofelijk welvarend land en waarom zouden wij juist in Nederland niet de helpende hand uitsteken?

Visie op kansengelijkheid

Hoe kijkt de wethouder naar kansengelijkheid in het onderwijs vanuit een bestuurlijke bril? “Eigenlijk zou dit onderwerp vanzelfsprekend je uitgangspunt als bestuurder en als gemeente moeten zijn. Wij zijn een ongelofelijk welvarend land en waarom zouden wij juist in Nederland niet de helpende hand uitsteken? Het gaat niet om bemoeien met de opvoeding, maar om gewoon helpen. Vooral de mensen die het minder makkelijk hebben. Zoals ik laatst hoorde: Als het heel goed met je gaat, moet je geen hek gaan bouwen, maar een langere tafel.”