Zomerscholen

Zomerscholen bestaan uit extra lessen tijdens de zomervakantie. Dit soort lesprogramma's zijn meestal ontworpen om een achterstand in te halen. Deze overzichtsstudie laat zien dat zomerscholen in het algemeen een positief effect hebben op de leerlingenprestaties. Sommige studies laten zien dat er grotere positieve effecten zijn voor kansarme kinderen, maar deze effecten zijn niet altijd consistent.

Over het onderzoek naar zomerscholen

  • School: PO/VO
  • Duur: zomervakantie
  • Evidentie: overzichtsstudie met voornamelijk gerandomiseerde experimenten
  • Bronnen:
    • Hoofdstuk 8, pp. 25-26, in Bolhaar, J., Houkes-Hommes, A., & Van der Ven, K. (2018). Bewezen (in)effectieve maatregelen tegen leerachterstanden in het primair onderwijs. Centraal Plan Bureau. 
    • Education Endowment Foundation (2016), summer schools.                                                                                                                              

Achtergrond

Uit diverse studies blijkt dat één deel van de kinderen in de zomervakantie extra bijleert en een ander deel van de kinderen juist kennis verliest. Zomerscholen bestaan uit extra lessen tijdens de zomervakantie om een achterstand in te halen of kennisverlies te voorkomen. Sommige zomerscholen hebben een specifieke focus, bijvoorbeeld de overgang van de basisschool naar de middelbare school. De Education Endowment Foundation en het Centraal Planbureau hebben beide een overzicht gemaakt van wetenschappelijke studies over zomerscholen. 

Doelgroep

Zomerscholen richten zich op kinderen die reeds een achterstand hebben, of op kinderen die gemakkelijk een achterstand ontwikkelen tijdens de zomervakantie. 

Interventie

Deze pagina is gebaseerd op twee overzichtsstudies over de effectiviteit van zomerscholen. Dit zijn een overzichtsstudie van de Education Endowment Foundation uit de Teaching and Learning Toolkit, en een overzichtsstudie van het CPB over (in)effectieve interventies in het onderwijs. Voor de overzichtspagina op deze website voornamelijk geput uit de overzichtsstudie van het CPB.

Resultaten

Het bewijs over zomerscholen suggereert dat leerlingen die deelnemen aan een zomerschool gemiddeld een leerwinst behalen van twee maanden, vergeleken met kinderen die niet deelnemen. Matsudaira (2008) vindt bijvoorbeeld dat zomerscholen de leerpestaties van dreigende zittenblijvers na een jaar gemiddeld verbeteren met 0,12 SD op taal en rekenen. Er kunnen grotere resultaten geboekt worden wanneer de zomerscholen intensief zijn, goed toegerust zijn op hun taak, en er les gegeven wordt door professionals aan kleinere groepen. Zomerscholen waarbij veel gelezen wordt, resulteren in een flinke leerwinst op taalvaardigheid. Zo vinden Borman en Dowling (2006) dat leerlingen die minimaal 2 keer een zomerschool bezoeken in 3 jaar tijd, uiteindelijk 0,3 SD beter scoren op taal dan kinderen uit de controlegroep. Dit betekent grofweg een gemiddelde leerwinst per zomerschool van tussen de 0,10 en 0,15 SD. 

*SD = standaarddeviatie.
Een standaarddeviatie is een spreidingsmaat, waarmee aangegeven kan worden in hoeverre studenten afwijken van het gemiddelde. Dit is een handige manier om verschillende toetsscores met elkaar te vergelijken. Als studenten een halve SD (0,50 SD) leerwinst bereiken door een maatregel, dan rekenen en lezen zij een onderwijsniveau hoger dankzij de maatregel. Als zij voordien rekenen en lezen op vmbo-t-niveau, rekenen en lezen ze daarna op havo-niveau.
Bron: CPB. (2018).