Vier de moedertaal!

“Vorig jaar begon ik als onderwijsassistente op een basisschool met veel meertalige kinderen. Daar was Nederlands de norm: wij zijn een Nederlandse school, je moet hier Nederlands praten. In eerste instantie dacht ik daar niet zoveel over na. Maar hoe meer ik erover las, hoe onlogischer het werd.” Mauri de Gooijer studeert Algemene Sociale Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht en koos meertaligheid in het basisonderwijs als onderwerp voor haar scriptie. “Er ligt veel theorie en onderzoek, maar daar merkt een meertalig kind dat in Nederland naar de basisschool gaat maar weinig van. Dat moet op de basisschool ‘gewoon’ Nederlands gaan leren, terwijl die focus niet altijd verstandig is.”

“Of het nu Engels, Turks of Portugees is: je moedertaal is heel belangrijk voor het aanleren van een tweede taal. Die tweede taal bouwt namelijk voort op je moedertaal, die de handvaten biedt om je tweede taal te leren. Wanneer een kind met een andere moedertaal op school start, ligt de focus erg op het Nederlands en wordt de moedertaal aan de kant geschoven. Dat is onverstandig. Om goed Nederlands te leren, is het juist belangrijk om op de moedertaal voort te bouwen en deze te blijven ontwikkelen. Het stapelt, je leert erin door. Als de moedertaal echter wordt weggeschoven, brokkelt ook de tweede taal af.”

Portret Mauri de Gooijer

Waardering bieden voor andere talen op school

“Het is logisch dat een school één instructie- en voertaal heeft. Dat noem je ‘de monolingual habitus’ en die zie je op bijna alle Nederlandse basisscholen terug. Voor kinderen is het ook belangrijk om een plek als school te associëren met één taal. Op school leer je Nederlands. Dat is de taak van de school, maar daar houdt het niet op, of zou het niet op moeten houden. Er kan en moet ruimte gemaakt worden voor en waardering geboden worden aan die andere talen. Dat zie je nu nog niet of te weinig. De gedachtegang blijft nog steeds ‘er is maar één taal op school en dat is Nederlands’.”

Aanpak van internationale scholen

“Het kan ook anders. Internationale scholen doen dat al twintig jaar. Op deze scholen wordt de moedertaal gestimuleerd in combinatie met de nieuwe taal. Heel bijzonder om te zien! Kinderen krijgen bijvoorbeeld instructie in het Engels, mogen vervolgens in groepjes in hun eigen moedertaal overleggen over de opdracht en presenteren vervolgens hun oplossing weer in de voertaal van school, Engels dus. Zo leren ze schakelen, begrijpen ze dat de voertaal van de school anders is, maar blijven ze tegelijkertijd ook hun moedertaal ontwikkelen. Die combinatie is essentieel! Je ziet het ook op andere plekken terug. Posters die in het Engels én in een andere taal ophangen, boeken uit andere talen die worden voorgelezen, informatie die op andere manieren en in meerdere talen gedeeld wordt. Dat al die talen en culturen er mogen zijn, maakt het onderwijs echt inclusiever.”

Dat al die verschillende talen en culturen er mogen zijn op internationale scholen, maakt het onderwijs echt inclusiever.

Waardering van taal stuurt motivatie

“De status die een taal heeft, of krijgt eigenlijk, beïnvloedt de motivatie. Wanneer kinderen het gevoel krijgen dat hun eigen taal minder gewaardeerd wordt, valt de motivatie om die taal te spreken weg en ontwikkelt die moedertaal zich minder. Dat zie je bijvoorbeeld al op het schoolplein, als twee kinderen in het Marokkaans of Frans met elkaar spreken en ze gecorrigeerd worden, ‘omdat dat niet hoort’. De waardering van je moedertaal, het gevoel dat die taal bijzonder is, ertoe doet, dat ze je helpt om verder te komen, is heel erg belangrijk voor de ontwikkeling van je moedertaal. En daarmee van het Nederlands. Als je de moedertaal niet stimuleert, neem je de basis om een nieuwe taal te leren ook weg.”

Verschillende tempo’s in de taalontwikkeling van een meertalige leerling

“Kinderen die thuis Nederland spreken, hebben al vier jaar ervaring met die taal als ze op de basisschool aankomen. Voor leerkrachten die een meertalig kind in de klas krijgen, is het belangrijk te beseffen dat de taalontwikkeling van een meertalige leerling in die nieuwe taal, daar pas begint. Die achterstand kan een kind echter inlopen met de tijd."

Thuis de basis ontwikkelen

"Een kind dat opgroeit met een andere taal, zal in het Nederlands in het begin foutjes maken, woorden of zinsconstructies omwisselen. Sommige leerkrachten denken dan dat het kind meer Nederlands moet gaan praten en adviseren ouders bijvoorbeeld om ook thuis Nederlands te spreken met hun kind. Dat lijkt misschien logisch. Maar het is een slecht idee, nog los van het feit dat ouders soms ook gebrekkig Nederlands spreken. Want dan valt de moedertaal weg, terwijl dat de basis is die ze juist thuis moeten ontwikkelen. Als ouders willen oefenen met hun kind, is het een veel beter idee om twee dezelfde boeken aan te schaffen, één in de moedertaal en één in het Nederlands. Door deze naast elkaar te lezen, de ene avond de een, de andere avond de ander, leert een kind de woorden die het nog niet kent door ze te plaatsen naast de woorden die het al wel kent.”

Kennis over meertaligheid verschilt

“Het is niet dat leerkrachten niet willen. Ze zien meertaligheid ook niet als iets negatiefs. Wel is er vaak een sterke voorkeur voor het Nederlands. Er is heel veel theorie, maar die wordt nog steeds niet gebruikt op de PABO, of pas heel langzaam geïntroduceerd. Voor mijn scriptie heb ik veel studenten en leerkrachten geïnterviewd die les gaven op scholen met meertalige leerlingen. Ze wisten er soms weinig van, of gaven zelfs incorrecte informatie. Daar schrok ik van. Er waren gelukkig ook veel leerkrachten die het wel goed deden. Die waren zelf op onderzoek gegaan en pakten het daardoor goed aan.”

Op steeds meer plekken wordt meertaligheid gevierd, op scholen en door docenten.

Veel verandering door individuele docenten

“Er vindt al verandering plaats. Dat is soms gek om te zien: de ene school doet het heel goed, de andere niet. Nooit uit kwade wil, overigens, mensen willen écht het goede doen.  Ze weten alleen soms niet hoe het zit of het past niet in hun praktijkomgeving. Dan worden ze ontmoedigd met ‘zo doen we dat hier niet’, door hun school of bestuur. Terwijl die juist ruimte zouden moeten maken. Veel verandering komt voort uit individuele docenten, die zich inlezen en verder gaan zoeken, of zich laten opleiden. Het gaat uiteindelijk ook om prioriteiten, dat een school zich er echt in verdiept en er in wil investeren. Gelukkig zien we dat steeds vaker. Op steeds meer plekken wordt meertaligheid gevierd, op scholen en door docenten.”

Mauri de Gooijer te gast in GKA-talkshow

De Gelijke Kansen Alliantie ging met Mauri de Gooijer Orioni in gesprek naar aanleiding van de GKA-talkshow over meertaligheid die plaatsvindt tijdens het DRONGO talenfestival op zaterdag 3 oktober 2020 vanaf 13.00 uur. Zij is daar te gast, samen met Marinella Orioni, specialist meertaligheid. U kunt de talkshow gratis live bekijken. Kunt u er live niet bij zijn? Geen probleem. U kunt de uitzending na afloop terugkijken.