Ouderbetrokkenheid stimuleren

Deze overzichtsparagraaf uit een overzichtsstudie van Lavecchia et al. (2015) gaat in op hoe ouderbetrokkenheid gestimuleerd kan worden en welke effecten dat heeft. Ouderbetrokkenheid kan ondermeer door middel van sms-jes, mails en seminars gestimuleerd worden. Door een vergrote ouderbetrokkenheid verbeteren de leerprestaties, neemt het absentiegehalte af en vertonen kinderen minder probleemgedrag tijdens de lessen.     

Over het onderzoek naar ouderbetrokkenheid

  • School: PO/VO
  • Evidentie: overzichtsstudie met voornamelijk gerandomiseerde experimenten
  • Locatie: Frankrijk & Verenigde Staten
  • Bron: pp. 52-54 in Lavecchia, A., Liu, H., & Oreopoulos, P. (2015). Behavioral Economics of Education: Progress and Possibilities (No. 8853). Institute for the Study of Labor.

Achtergrond

Ouders zijn een belangrijke factor in het onderwijssucces van hun kinderen. Zij maken namelijk vele beslissingen over onderwijsinvesteringen namens hun kinderen. Desalniettemin zijn ouders hier soms ook minder mee bezig door zaken als financiën, carriere en andere huiselijke bezigheden. Hierdoor sneuvelen belangrijke routines, zoals vragen hoe de schooldag van het kind was, of vragen of er nog huiswerk op de planning staat.

Doelgroep

De interventies zijn gericht op ouders van kinderen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. 

Interventie

Deze overzichtsparagraaf van Lavecchia et al. (2015) behandelt twee interventies met de focus op het vergroten van de ouderbetrokkenheid.  

Resultaten

Avvisati, Gurgand, Guyon en Maurin (2014) 
Avvisati et al. (2014) toetsen of het stimuleren van de dagelijkse, routinematige betrokkenheid van ouders tijdens de basisschoolperiode leidt tot beter gedrag van hun kinderen en verbeterde academische uitkomsten. Ouders uit de buitenwijken van Parijs werden benaderd of ze vrijwillig mee wilden doen aan een aantal seminars. Daarin werd het belang van ouderlijke interesse in school, huiswerk en supervisie voor het succes van hun kind benadrukt. Avvisati et al. (2014) plaatsten toen op aselecte wijze sommige ouders wel in de seminars en anderen niet. De ouders die wél naar de seminars mochten, voelden zich meer betrokken bij het onderwijs van hun kind. De verhoogde ouderbetrokkenheid werd ook bevestigd door docenten die niet wisten of ouders naar de seminars gingen. Ook verbeterde het gedrag van het kind tijdens de les. Als resultaat scoorden ouders uit de interventiegroep 0,27 SD hoger op een algemene ouderscore. Daarnaast waren hun kinderen gemiddeld gezien 25% minder vaak afwezig en behaalden ze wellicht hogere studie uitkomsten. De cijfers voor het vak Frans verbeterden met 0,12 SD, maar dit effect bleek niet significant. 

Bergman (2013)  
Bij de interventie van Bergman (2013) kregen ouders van kinderen uit een achterstandswijk in Los Angeles (bovenbouw middelbare school) een half jaar lang bijna wekelijks informatie over het gedrag van hun kinderen op school en over hun huiswerk. De informatie werd gecommuniceerd via e-mails, tekstberichten of via de telefoon en was zeer precies. Als de jongeren hun huiswerk niet hadden gemaakt, kregen ouders exact te horen welke pagina’s in het boek van welk vak het betrof. Elke vijf tot acht weken werden de cijfers die de studenten hadden behaald naar hun ouders gestuurd. Het gedrag van de studenten en hun leerprestaties verbeterden door de interventie aantoonbaar. Ook waren ouders betrokkener, wat zich uitte in het vaker bijwonen van ouderavonden. Van de leerlingen had 90% een lage sociaal-economische achtergrond. De werkhouding van de leerlingen verbeterde met 6% ten opzichte van de controlegroep en er was een toename van 7% in het aantal leerlingen met een excellente werkhouding. Ook spijbelden de leerlingen minder en hadden ze vaker hun huiswerk af. De interventie verbeterde daarnaast hun leerprestaties. Hun wiskundecijfers stegen met 0,21 SD, maar de interventie had geen invloed op hun taalcijfers. De ouders uit de interventiegroep vertoonden een aanwezigheidstoename van 7,9 procentpunt bij ouderavonden (ten opzichte van de controlegroep).     

*SD = standaarddeviatie.
Een standaarddeviatie is een spreidingsmaat, waarmee aangegeven kan worden in hoeverre studenten afwijken van het gemiddelde. Dit is een handige manier om verschillende toetsscores met elkaar te vergelijken. Als studenten een halve SD (0,50 SD) leerwinst bereiken door een maatregel, dan rekenen en lezen zij een onderwijsniveau hoger dankzij de maatregel. Als zij voordien rekenen en lezen op vmbo-t-niveau, rekenen en lezen ze daarna op havo-niveau.
Bron: CPB. (2018).