Weten wat werkt én waarom het werkt: het is één van de meest gehoorde vragen van scholen die meedoen aan het Programma School & Omgeving. Zeven Limburgse coalities sloegen de handen ineen om dit samen te onderzoeken. Na de eerste meting zijn de eerste resultaten zichtbaar. Leerlingen geven aan dat ze ontdekken waar ze goed in zijn en hoe ze daar ook thuis mee aan de slag kunnen.

Hoogleraar Onderwijseconomie Trudie Schils, programmaleider van de Onderwijsmonitor Limburg (OML): ‘Het bijzondere aan de monitor is dat hij al vijftien jaar bestaat en dat er veel verschillende scholen in de provincie deelnemen. Daardoor kunnen we wat we meten niet alleen vergelijken met de school zelf, maar ook met vergelijkbare scholen in Limburg waar (nog) geen extra aanbod is. Dat biedt ons inzicht of het extra aanbod effect heeft. In de wetenschap noemen we dat quasi-experimenteel.’

Veel coalities en scholen waren naar de effecten van het verrijkte aanbod. ’Leerlingen geven aan dat ze door de activiteiten nieuwe dingen leren, zich minder vervelen op school en dat ze sommige activiteiten ook buiten school zijn gaan doen. De grootste groep leerlingen in alle regio’s geeft aan dat het bijdraagt aan het ontdekken waar ze goed in zijn. Als we inzoomen op de verschillende coalities, dan zien we dat leerlingen bijvoorbeeld aangeven dat ze thuis meer zijn gaan lezen, door het extra aanbod op school.’

Van sport tot koken

‘In de tweede factsheet ligt de focus op het aanbod, dus wat leerlingen doen en wat zij daarvan vinden. We zien dan dat dit breed wordt ingezet: van sport tot koken. We zien ook regionale verschillen. In Parkstad Limburg wordt meer muziek op scholen aangeboden en in Sittard-Geleen meer koken. Over het algemeen beoordelen leerlingen de extra activiteiten als positief: sport, tekenen en koken worden het vaakst als superleuk ervaren.’

'We zien ook dat er op veel scholen een vorm van huiswerkbegeleiding is. Leerlingen geven aan dat niet altijd inspirerend, zeg maar gerust saai te vinden. Dat is een goed inzicht voor scholen. En het maakt mij als onderzoeker stiekem ook blij omdat ik denk: ze vullen onze vragenlijsten gelukkig eerlijk in.’

Omdat we al 15 jaar en op heel veel scholen structureel meten, kunnen we de effecten van de rijke schooldag zien en vergelijken

’Om te kunnen kijken naar resultaten moet je eerst bepalen wat je doelen zijn, hoe en wat je inzet om die te bereiken en waar je naar kijkt om te beoordelen of dat effectief is. In Limburg kijken we naar de mate waarin een verrijkt aanbod op basisscholen bijdraagt aan een verbetering van sociaal-emotionele en (meta)cognitieve competenties en vaardigheden van kinderen. We gaan er in onze verandertheorie vanuit dat verbetering hiervan leidt tot een beter inzicht in wat kinderen willen en kunnen, betere onderwijsprestaties en een passende loopbaan en daarmee minder uitval en meer kansengelijkheid.’

Programma School & Omgeving is gericht op scholen met leerlingen die het meeste baat kunnen hebben bij een verrijkt schoolaanbod, vanuit een sociaal economisch minder gunstige achtergrond. De eerste metingen laten zien dat kinderen op de deelnemende scholen vaker ouders hebben met maximaal een mbo-opleiding dan op andere scholen in onze Onderwijsmonitor.

‘Thuis wordt vaker een andere taal gesproken dan Nederlands of een dialect, zoals het Limburgs. We zien ook verschillen in eetgewoonten en leesgedrag. Leerlingen op deze scholen geven aan gemiddeld veertig boeken thuis te hebben en zes tot zeven boeken per maand uit de bieb te halen. Dat is lager dan leerlingen op andere scholen in Limburg. In Maastricht valt op dat meer dan tien procent van de leerlingen aangeeft bijna nooit te ontbijten. Van de deelnemende scholen, geeft de helft van de leerlingen aan dat ze niet elke dag fruit eten en sommige kinderen geven aan bijna nooit minimaal één glas water per dag te drinken. Ook dat is relevante informatie voor de deelnemende scholen, die gezondheid vaak als belangrijke pijler hebben.’

Samen blijven leren

Voor de zomer vindt een tweede meting plaats, in het najaar volgt de analyse en vergelijking. Dat levert, ongetwijfeld, stof tot nadenken en bijstellen op. ‘We kunnen onderwijs alleen verbeteren als we goed en structureel samenwerken: onderwijs, beleid en onderzoek. Dat betekent kijken vanuit verschillende perspectieven en daarover in gesprek gaan, om een compleet mogelijk beeld te krijgen van wat er aan de hand is, wat er gedaan wordt en wat echt werkt. Deze metingen helpen om dat gesprek goed te voeren per school, coalitie, in Limburg én voor het vervolg van het programma.