Meer kennis leidt tot meer zelfvertrouwen, wat uiteindelijk leidt tot betere schoolprestaties
Basisschool het Mozaïek in Arnhem besloot zelf een geheel nieuw curriculum te ontwikkelen. Waarom? Omdat de bestaande lesmethodes niet aansloten bij wat de leerlingen nodig hadden om zich optimaal te ontwikkelen. Wat doe je dan? ‘Het roer omgooien’ aldus Carola Peters (schooldirecteur) en Mareen Jansen (leerkracht groep 7 en curriculumontwikkelaar). De Gelijke Kansen Alliantie (GKA) ging met hen in gesprek over curriculumontwikkeling en wat daarbij komt kijken.

Het Mozaïek: kennis, maatschappelijk betrokken en hoge verwachtingen.
Dat is hoe Carola en Mareen de basisschool zouden omschrijven. ‘We streven er continu naar om kennis de school binnen te halen, deze verder uit te bouwen en duurzaam te borgen binnen ons onderwijs.’
Niet alleen kennis is belangrijk, maar ook het hebben van hoge verwachtingen. ‘Er zit veel potentie in onze kinderen. We hebben hoge verwachtingen en het geloof en vertrouwen dat ieder kind alles kan leren. Daarnaast hebben we ook hoge verwachtingen van elkaar als collega’s’, vertelt Carola. ‘Het team werkt veel samen: collectief leren staat centraal. Samen bereiden leerkrachten hun lessen voor, sparren ze over de materie die ze behandelen en weten ze elkaar te vinden wanneer ze ergens tegenaan lopen.’ Mareen: 'We pakken uitdagingen echt met elkaar aan. Komt een collega er niet uit? Dan raadpleeg je collega’s uit jouw leerteam. We redeneren vanuit de wetenschap en praktijk en zoeken naar de juiste aanpak.’
De kracht van kennis
Het Mozaïek scoort ondanks de leerlingpopulatie, met leerlingen die veelal in een weinig educatieve omgeving opgroeien en een ander cultureel hebben, al jaren hoog op de eindtoets. Alleen op het gebied van woordenschat bleven de leerlingen steeds achter. Carola: ‘Op een gegeven moment dachten we: we doen hier gewoon iets niet goed.’
Dus ging de school op onderzoek uit. Het oorspronkelijke idee was om meer te focussen op woordenschatonderwijs. Al snel bleek echter dat dit niet het onderliggende probleem was. Dat lag een laag dieper: het gebrek aan kennis van de wereld. Als je geen idee hebt wat een zeilkamp is en er dus ook geen ervaring mee hebt, dan kun je een tekst of vraag over een zeilkamp niet echt begrijpen, ook al ken je alle woorden en kun je de tekst goed lezen. ‘Kinderen moeten vooral veel kennis hebben en processen die zich voordoen in de wereld begrijpen. Ze hebben geen apart woordenschatonderwijs nodig, want die woordenschat zit in de kennis en de taal die ze gebruiken tijdens het verwerven van deze kennis. En dat leren zij bij de verschillende thema’s die worden aangeboden. Meer kennis leidt tot beter leesbegrip en lezen leidt weer tot meer kennis. Op die manier wordt de woordenschat vanzelf uitgebreid.’
Thematisch onderwijs
De bestaande lesmethodes sloten niet aan bij wat de leerlingen nodig hadden, dus besloot de school een paar jaar geleden zelf een curriculum te ontwikkelen. De NPO middelen boden daar uitkomst voor, hierdoor kon de school een onderwijsontwikkelaar en tekstschrijvers in dienst nemen, want extra onderwijspersoneel was voor het Mozaïek niet te vinden. Mareen: ‘We hebben eerst gekeken naar de onderwijsdoelen van het SLO. Deze doelen waren zo minimaal en sloten enerzijds niet aan bij onze hoge verwachtingen en anderzijds niet bij het beeld waar we deze generatie toe op willen leiden: zorgen voor een gezonde planeet in al zijn facetten. Daarom hebben we de doelen gespecificeerd, uitgebreid en geïntensiveerd. Hoe meer kennis we onze leerlingen kunnen meegeven, hoe groter hun kansen op een succesvolle schoolloopbaan.’
En hoe focus je meer op kennis? Door thematisch onderwijs in te zetten volgens Carola. Een onderwijsaanpak waarin kennis, lezen, mondelinge taalvaardigheid en schrijven gedurende een langere periode binnen één kennisdomein, zoals aardrijkskunde of biologie wordt aangeboden. Op deze manier zit taalonderwijs verweven in verschillende vakken en dat is precies het doel. ‘Onze leerlingen leren bijvoorbeeld over het menselijk lichaam, over allerlei organen en spieren, maar tegelijkertijd werken ze ook aan andere skills zoals lees- en schrijfvaardigheid. Door met elkaar in gesprek te gaan over het thema leren ze ook complexe processen onder woorden te brengen, te omschrijven, te begrijpen en erover te discussiëren.’

Betere leerprestaties en talentontwikkeling
Dat leerlingen vaker met elkaar het gesprek aangaan over verschillende onderwerpen is een positief gevolg. ‘We horen van ouders dat leerlingen thuis aan de keukentafel met hun broers en zussen allerlei thema’s bespreken waar ze op school mee bezig zijn geweest.’ Omdat leerlingen vanaf groep 4 tot en met groep 8 met hetzelfde thema bezig zijn, kunnen ze veel makkelijker met elkaar het gesprek voeren. ‘Voor ons is dat wel het ultieme niveau van beheersing, als kinderen elkaar maar ook hun ouders complexe processen en met de juiste taal kunnen uitleggen. Daarnaast groeit het zelfvertrouwen van de kinderen hiermee, wat natuurlijk bevorderend is voor schoolprestaties.’
Omdat leerlingen in aanraking komen met thema’s waar ze thuis waarschijnlijk niet snel mee te maken krijgen, leren ze ook zichzelf beter kennen en ontdekken ze hun interesses en vaardigheden. ‘Sommigen houden het bij het leren van nieuwe kennis, terwijl anderen helemaal opbloeien als ze debatteren over een bepaald onderwerp.’ Doordat ze actief aan de slag gaan met verschillende thema’s en opdrachten, ontdekken ze waar hun eigen interesses liggen en krijgen ze ruimte om deze verder te ontwikkelen op hun eigen manier.

Met passie voor de klas
Niet alleen de leerlingen plukken de vruchten van thematisch onderwijs; ook de docenten beleven er veel plezier aan. ‘Als leerkracht kom je terug bij de kern van het vakmanschap. Onze docenten vinden het hartstikke leuk om zich helemaal in een onderwerp te verdiepen en dit op een verhalende manier aan de klas over te brengen,’ vertelt Mareen. ‘Door zelf in een thema te duiken, leren ze niet alleen zelf veel bij, maar ervaren ze ook meer plezier in het lesgeven.’
‘Het doet ook iets met de band tussen leerling en docent’, volgens Carola. Die band was al goed, maar wordt versterkt met het thematisch onderwijs. ‘Ik merk dat onze leerkrachten echt ervaren dat ze leerlingen nog meer kunnen leren en meegeven. Omdat ze de stof op een verhalende manier vertellen, zijn ze continu bezig met hoe een thema zo goed mogelijk aansluit bij de leerlingen. En daardoor hangen de leerlingen aan de lippen van de docent!’
De gouden tip
Op de vraag of Carola en Mareen nog een gouden tip hebben voor scholen die willen starten met eigen curriculumontwikkeling is het antwoord duidelijk: gewoon beginnen!
‘Het hoeft niet meteen perfect te zijn. Het is echt een kwestie van groeien. Je zult tegen zaken aanlopen, je moet reflecteren op jouw lessen, onderzoek doen, zaken aanpassen en weer opnieuw de les geven. Zolang je maar weet waar je naartoe wilt en een duidelijke visie hebt. Maar het belangrijkste: geloof in de kracht van je team. Uiteindelijk doe je het samen!’