In de gemeente Heerenveen zetten onderwijsbesturen, maatschappelijke organisaties en het gemeentebestuur zich gezamenlijk in voor meer kansengelijkheid voor kinderen. Binnen de Lokale Educatieve Jeugdagenda (LEJA) kozen zij bewust voor een aanpak waarin echte participatie centraal staat: samenwerken mét ouders, opvoeders én kinderen zelf.
Wethouder Gerry Rozema vertelt: 'We gunnen alle kinderen een omgeving waarin ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dat kunnen we alleen bereiken als we samen optrekken. Ouders en kinderen weten zelf het beste wat zij nodig hebben.'
Voor de uitvoering van de GKA-agenda is gekozen voor een wijkaanpak in de Greiden, de grootste wijk van Heerenveen en thuisbasis van zo’n 1200 kinderen. De wijk telt vijf basisscholen, een middelbare school, kinderopvang, een wijkcentrum en de muziekschool. Tegelijkertijd is de Greiden één van de gemeentelijke accentwijken, waar de sociaal-economische positie van gezinnen gemiddeld lager ligt en gezondheid extra aandacht vraagt.
Ondanks deze rijke mix aan voorzieningen bleek er weinig samenhang en onderlinge samenwerking rond jeugd en opvoeding. Ook was er onvoldoende zicht op wat er leefde onder kinderen en hun ouders. De basis voor verandering was daarmee duidelijk aanwezig.
Wil je meer weten? In de Verhalenbundel: Land vol kansen vertellen de initiatiefnemers in beeld en tekst over de aanpak in Heerenveen. Bekijk de bundel
De aanpak: samen plannen maken
Bij het vormgeven van de GKA-aanpak stonden vier uitgangspunten centraal:
-
Samen plannen maken met kinderen en opvoeders, niet vóór hen. Ouders worden gezien als volwaardige pedagogische partners.
-
Een brede, inclusieve aanpak, waarin álle kinderen worden meegenomen. Dit leidde tot de slogan: “Opgroeien in de Greiden; buitengewoon fijn!”
-
Netwerken verbinden, zodat professionals en voorzieningen duurzaam samenwerken – ook na afloop van het project.
-
Kinderen positieve ervaringen bieden, om nieuwsgierigheid en talentontwikkeling te stimuleren.
Om dit in praktijk te brengen werd een integrale stuurgroep gevormd en een tijdelijke coördinator aangesteld. Vervolgens vond een grote inspiratiebijeenkomst plaats in het muziekcentrum. Scholen, ouders, welzijnsorganisaties en gemeente gingen in gesprek, terwijl kinderen – begeleid door een tekencoach – hun ideeën verbeeldden met het thema: “Als ik burgemeester van de Greiden was, dan…”
De creatieve bijdragen van kinderen en de gesprekken met ouders en professionals brachten vier centrale behoeften naar voren:
-
Elkaar ontmoeten
-
Meer en beter buitenspelen
-
Muziek als hobby toegankelijk maken
-
Beter gebruik van financiële regelingen voor sport, cultuur en vrije tijd
"Het viel op dat kinderen vooral behoefte hebben aan activiteiten buiten schooltijd, waar zij elkaar kunnen ontmoeten"
Voor de eerste drie thema’s is een vervolgtraject uitgewerkt: de Greiden Challenge. Scholen nodigden kinderen uit om ideeën te bedenken, uit te werken en te presenteren voor een volle zaal. Een jury, met onder meer de wethouder en een GKA-medewerker, selecteerde de beste plannen en kende budget toe voor uitvoering.
Gerrie: 'Het viel op dat kinderen vooral behoefte hebben aan activiteiten buiten schooltijd, waar zij elkaar kunnen ontmoeten, kunnen spelen en creatief kunnen zijn. Voor veel kinderen was het al bijzonder om op zo’n groot podium te staan. Ook ontdekten veel kinderen de muziekschool voor het eerst, terwijl die gewoon in hun eigen wijk staat.'
Wil je meer weten? In de Verhalenbundel: Land vol kansen vertellen de initiatiefnemers in beeld en tekst over de aanpak in Heerenveen. Bekijk de bundel
Wat heeft het opgeleverd?
1. Een gedeelde visie op een positieve wijk
Tijdens en rondom de activiteiten ontstond een breed gesprek over wat een positieve opvoed- en opgroeiomgeving precies inhoudt. Deze gedeelde taal vormt een blijvend fundament.
2. Betrokkenheid van ouders, kinderen en professionals
Ouders, kinderen, scholen en welzijnspartners werkten actief mee. Daardoor ontstaat eigenaarschap en een sterker gevoel van samen de verantwoordelijkheid dragen.
3. Sterkere samenwerking tussen organisaties
Scholen, welzijn en gemeente vinden elkaar sneller. Dit leidde onder andere tot gezamenlijke vakantieactiviteiten – belangrijk, omdat kinderen met achterstanden juist in vakanties vaak verder achterop raken.
4. Waardevolle rol van de gemeente
De gemeente bewaakte continu de kern van de aanpak en bleef zichtbaar betrokken. Tegelijkertijd werd duidelijk dat structurele coördinatie-uren essentieel zijn; partners kunnen deze werkzaamheden niet “erbij” doen.
5. Naschoolse programma’s
Er kwam een breed pakket aan workshops na schooltijd: zelfverdediging, gezond koken, sport en spel. Deze activiteiten sloten mooi aan bij de bredere programma’s vanuit School en Omgeving en konden daardoor worden voortgezet.
6. Ondersteuning voor leraren
Leraren ontvingen training over het herkennen van financiële zorgen bij ouders en hoe zij kunnen doorverwijzen. Veel ouders bleken onbekend met regelingen – en veel leraren ook. Door de training kunnen zij nu beter helpen.
7. Muziek voor iedereen
Samen met de muziekschool werd een muziekproject op alle basisscholen uitgevoerd. Voor veel kinderen was dit hun eerste kennismaking met muziek maken. De drempel naar de muziekschool werd zo aanzienlijk verlaagd.
8. Meer bekendheid en zichtbaarheid
Ouders weten nu beter welke voorzieningen er zijn. Kinderen die deelnamen aan bijvoorbeeld zelfverdediging gingen zelfstandig verder bij een sportschool.
Ook in het straatbeeld is de aanpak zichtbaar: de spandoeken met “Opgroeien in de Greiden; buitengewoon fijn!” hangen nog altijd op meerdere plekken.
9. Blijvende aandacht voor participatie
De overtuiging dat ouders pedagogische partners zijn, is stevig verankerd. Zoals een opbouwwerker het mooi zei: “Er is een zaadje geplant in de wijk dat is gaan groeien.”
10. Vervolg: nieuwe GKA-aanvraag goedgekeurd
De nieuwe GKA-aanvraag is inmiddels goedgekeurd. Een van de belangrijkste lessen is het belang van goede ondersteuning bij overgangsmomenten: van kinderopvang naar basisschool en van basisschool naar voortgezet onderwijs. Vooral taalontwikkeling en begrijpend lezen vragen hier extra aandacht. Deze inzichten worden wijkoverstijgend meegenomen binnen het hele LEJA-netwerk.