Op het Rijswijks Lyceum en Van Vredenburch College staan gelijke kansen en ondersteuning voor leerlingen centraal. Het schoolteam werkt samen om leerlingen te helpen op sociaal-emotioneel en academisch vlak. Zij vormen samen het team Kansengelijkheid Onderwijs en organiseren de verrijkte schooldag.
Op het Van Vredenburch College wordt vmbo-basis, vmbo-basis/kader en vmbo-kader aangeboden. Op het Rijswijks Lyceum worden alle niveaus (vmbo-k, vmbo, havo, vwo en gymnasium) aangeboden. De twee scholen vormen samen één scholengemeenschap. De activiteiten van de verrijkte schooldag vinden plaats op verschillende momenten: tijdens de pauzes, tussen de lessen en na schooltijd.
Naast deze activiteiten is er meer aanbod, zoals schoolmaaltijden, maatschappelijke diensttijd en ondersteuning door een team van acht brugfunctionarissen. Brugfunctionarissen helpen gezinnen de weg te vinden naar de juiste hulp, bijvoorbeeld bij financiële problemen of medische zorg. De maatschappelijke diensttijd wordt zonder subsidie uitgevoerd, met behulp van coalitiepartners. In samenwerking met buurthuis De Mussen doorlopen leerlingen maatschappelijke diensttijdtrajecten die bijdragen aan hun sociaal-emotionele én academische ontwikkeling.
In leerjaar 1 gebeurt dit bijvoorbeeld via het programma Team Up van Save the Children, waarin gewerkt wordt aan stress en emotieregulatie. In leerjaar 2 wordt met het programma Gain Ground, ontworpen door coalitiepartner Onder Wijsheid, in groepsverband gewerkt aan zelfvertrouwen, verantwoordelijkheid en een coherente identiteit. In alle leerjaren wordt er samengewerkt met partner JINC aan een gedegen voorbereiding op de arbeidsmarkt, onder andere via sollicitatietrainingen en bliksemstages.
Team Kansengelijkheid
Het team bestaat uit coördinator Mert Duman, programmamanagers Kaat Boevé en Denise Roggeveen, brugfunctionaris Mohammed Abualkibash en rector Maarten Passet. Het team wordt aangevoerd door bevlogen teamleider Valerie van der Burg.
Maarten was zelf leerling op deze school en werkt er inmiddels al lange tijd. Hij ziet hoe belangrijk de rol van docenten is, vooral voor leerlingen die thuis minder steun krijgen. In tegenstelling tot andere scholen, waar ouders bijvoorbeeld bijles kunnen betalen, hebben deze leerlingen hun docenten hard nodig om vooruit te komen. “Ik wil elke dag bijdragen aan de samenleving en voel dat ik dat doe via de school en het kansengelijkheidsteam. Hoewel ik nu als directeur meer op afstand werk, blijft het mijn motivatie om dagelijks impact te maken op deze specifieke groep leerlingen.”
Mert herkent zichzelf in de leerlingen, omdat hij vroeger in een vergelijkbare situatie zat. Hij weet hoe het voelt om kansen te missen tijdens de schooltijd. “Toen ik ontdekte dat er nu meer mogelijkheden zijn, twijfelde ik eerst of ik hier wel aan kon bijdragen. Veel leerlingen komen echter uit dezelfde wijk als ik, waardoor ik goed begrijp wat er speelt. Mijn doel is om deze leerlingen de kansen te geven die ik gelukkig via mijn eigen omgeving heb gekregen.”
Kaat heeft lesgegeven aan De Haagse Hogeschool en zag daar grote verschillen tussen studenten. Tijdens haar studie en later als docent merkte ze dat discriminatie op de stage- en arbeidsmarkt veel voorkwam. “Ook binnen het docententeam werd soms anders omgegaan met studenten, bijvoorbeeld door te verwachten dat iedereen een goed netwerk heeft of door streng te reageren op minder perfect Nederlands. Onderwijs speelt een grote rol in hoe studenten worden voorbereid op de maatschappij. Uit eigen ervaring weet ik hoe belangrijk positieve stimulans en gelijke kansen zijn. Daarom waardeer ik de inzet van de school voor kansengelijkheid.”
Mohammed werkt al bijna vijftien jaar in het onderwijs en ziet dat leerlingen meer nodig hebben dan alleen vakkennis. “Sociale en emotionele ontwikkeling is minstens zo belangrijk. Hoewel ik Engelse lesgeef, merk ik dat leerlingen soms behoefte hebben aan iets anders. Om hun vaardigheden te verbeteren, liet ik hen de film Inside Out kijken en daarna een opdracht maken over emoties. De leerlingen moesten een emotie kiezen en beschrijven wanneer ze die voelen, wat leidde tot open gesprekken over hun gevoelens en thuissituatie. Ik vind het prachtig om te zien hoe leerlingen hun ervaringen delen en zich ontwikkelen. Voor mij is dit een essentieel onderdeel van goed onderwijs.”
Denise heeft tien jaar op het Rijswijks Lyceum lesgegeven voordat ze twee jaar geleden de overstap maakte naar de rol van programmamanager. “Mijn vader is op jonge leeftijd als Indonesiër gedwongen naar Nederland geëmigreerd, mijn moeder heeft alleen de basisschool af kunnen maken. Ik groeide op tussen twee mensen die oneindig veel potentie hadden, maar vaak klein werden gehouden door het Nederlandse systeem en door vooroordelen. Al gauw wist ik dat ik wilde werken aan gelijke kansen, zodat geen enkele jongere in dezelfde positie terechtkomt door omstandigheden of achtergrond.”
Denise is medeontwerper van het programma Gain Ground en heeft onder andere het programma Schoolmaaltijden opgezet voor zo’n 1300 leerlingen.
Selectie van aanbieders: wie wel, wie niet?
Maarten: “Drie jaar geleden zijn we met een kleine groep samenwerkingspartners op het Rijswijks Lyceum en Van Vredenburch College begonnen. We werken graag met partners die dezelfde visie op kansengelijkheid delen en geen winstoogmerk hebben. Denk aan JINC, Stichting EcoWare en Buurthuis De Mussen. We vinden het belangrijk dat de samenwerking gebaseerd is op wederzijds helpen, niet alleen op het afnemen van diensten. Daarom hebben we in de loop van de tijd sommige partners losgelaten en nieuwe toegevoegd.”
Het team onderhoudt het contact met de partners en kijkt regelmatig of de samenwerking nog goed werkt.
“Dit proces kost veel tijd en was soms lastig. Het is belangrijk om programma’s te maken met partners die de doelgroep goed begrijpen en dezelfde motivatie hebben, zodat de resultaten beter zijn. Soms ontstaan er moeilijke gesprekken, bijvoorbeeld als een partner te veel kosten vraagt. In zulke gevallen onderhandelen we of stoppen we de samenwerking. De school heeft daardoor de rol van zowel opdrachtgever als opdrachtnemer, wat meer werk betekent dan verwacht. Waar eerst één programmamanager voldoende was, zijn er nu vier mensen nodig om alles goed te organiseren en te communiceren.”
Kaat: “Het is belangrijk om samen te werken met verschillende lokale partners om een breed aanbod te kunnen bieden. Bijvoorbeeld met buurthuizen in de Schilderswijk, de Nieuwe Kerk in Rijswijk en andere lokale organisaties. Dit helpt leerlingen hun omgeving beter te leren kennen en zelf keuzes te maken. Zo begeleiden coaches de leerlingen tijdens de pauzes, zodat ze zelf kunnen kiezen wie hen helpt. Het doel is om niet alles door één grote organisatie te laten regelen, maar juist met meerdere lokale partners te werken die de wijk goed kennen. Dit maakt het aanbod sterker en beter afgestemd op de leerlingen.”
Mert: “De behoeften van de leerlingen spelen een grote rol bij de keuze voor het aanbod. Ik ga met de leerlingen in gesprek om te begrijpen wat ze nodig hebben. Soms worden ouders niet bij bepaalde activiteiten betrokken, zodat leerlingen zelf vrij kunnen deelnemen. De kooklessen zijn heel populair. Leerlingen uit verschillende klassen werken samen, maken gerechten en leren elkaar beter kennen. Dit helpt om vriendschappen te sluiten en zorgt voor een sterke band.”
Kwaliteit
Maarten: “Ons team werkt met een kwaliteitscyclus die intern is ontworpen, samen met de conciërge en het veiligheidsteam, om de kwaliteit op school te bewaken. Kwaliteit betekent voor ons dat het veilig is en dat leerlingen leren of ontspannen. Als er iets misgaat, bespreken we het probleem met (gast)docenten, leerlingen of partners. We maken duidelijke afspraken en zoeken samen naar oplossingen. De aanwezigheid van leerlingen wordt goed bijgehouden via een volgsysteem. Als een leerling afwezig is, wordt er contact opgenomen met de leerling of ouder. Dit zorgt ervoor dat leerlingen zich verantwoordelijk voelen en daardoor meer motivatie hebben om naar school te komen. Dit vraagt wel veel coördinatie. Als een leerling vaak afwezig is, wordt de mentor erbij betrokken. Eerst gebruikten we een aparte app voor talenturen, maar dat werkte niet goed. Dit jaar gebruiken we SomToday voor alles, wat beter werkt. Het is belangrijk dat systemen duidelijk en eenvoudig zijn, zodat alles goed georganiseerd blijft.”
“Naast het waarborgen van de kwaliteit door ons team, wordt er ook onderzoek gedaan naar de effecten van de verrijkte schooldag. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het NRO in samenwerking met de Radboud Universiteit. We merken dat het op school rustiger is, de leerlingen beter presteren en zich beter voelen. We zijn daarom benieuwd naar de exacte resultaten van het onderzoek.”
Tips en adviezen
Maarten: “De belangrijkste tip is om eerst een duidelijke visie te ontwikkelen voordat je over geld nadenkt. De school gebruikt middelen zoals ‘School en Omgeving’ om de visie op kansengelijkheid te ondersteunen, maar zoekt ook andere financieringsbronnen. We hebben het proces omgedraaid.”
“Draagvlak is essentieel voor nieuwe initiatieven. Het is belangrijk dat iedereen op school, van docenten tot conciërges, achter de visie staat. Dit kan lastig zijn, omdat sommige medewerkers niet enthousiast zijn over veranderingen. Vrijwillige betrokkenheid is belangrijk, bijvoorbeeld van docenten die activiteiten aanbieden. In het begin kregen docenten extra tijd voor talentenaanbod, maar niet iedereen was enthousiast. Daaruit bleek dat flexibiliteit nodig is: sommige docenten willen alleen lesgeven, terwijl anderen ruimte willen hebben voor extra activiteiten, zoals het geven van gitaarles.”
Op het RLVVC werken ontzettend veel betrokken collega’s; iedereen helpt mee om dit programma tot een succes te maken voor de leerlingen. Collega’s investeren zelfs hun eigen tijd door bijvoorbeeld in vakanties boodschappenpakketten uit te delen, en doneren hiervoor ook altijd gul. We zijn inmiddels meer dan een school: we beginnen een hele mooie community te worden.