Taal als kansen om ongelijkheid tegen te gaan

De Havenacademie ontwikkelde met het lectoraat Urban Care & Education van Hogeschool Windesheim in Almere een e-learning, speciaal voor het verrijkte buitenschoolse aanbod. De focus lag echter niet op  kinderen, maar op professionals. Hoe kan je taal beter aan laten sluiten bij de leefwereld van verschillende kinderen? En hoe doe je dat in de context van een rijk naschools aanbod? De Almeerse Havenacademie en Hogeschool Windesheim geven tips en tricks.

‘Juist buiten de schooluren liggen de grootste kansen om ongelijkheid tegen te gaan’, zegt projectleider Jessica van Ommen. ‘Almere is een mooie stad met veel uitdagingen. Er wonen veel kinderen van expats en kinderen met een vluchtachtergrond. De Nederlandse taal is hier een grote uitdaging.’

Op die uitdaging speelt de Almeerse coalitie in. Samen met scholen, maatschappelijke, sportieve en culturele partners sloegen ze de handen ineen. Silvia Servais van Collage, onderdeel van de projectgroep in Almere: ’We wisten dat de focus op taal moest liggen. De uitdaging zat in het verwerken van taal in het verrijkte aanbod op een laagdrempelige manier. Mijn rol was om partijen bijeen te brengen om deze kaders te scheppen. Allemaal gaven ze een duidelijke boodschap mee: Het moet onbewust gaan, want ze komen naschools voor hun plezier.’

Onderwijspedagoog en lector Chiel van der Veen van Windesheim dacht mee over de vertaling naar een mooi aanbod. Chiel is gespecialiseerd in taal. Hij ontwikkelde met pabo-docent en taalexpert Marije van Roekel een e-learning. De e-learning gaat uit van kansen en niet van problemen. ‘Je hoeft niet in een taalles te zitten om taal te leren, want taal is overal’, benadrukt Chiel. Je kan dus een activiteit koppelen aan het vergroten van de taalmogelijkheden.’

Taalbewust werken zonder dat het stoort

‘Mensen zijn zich hier niet altijd van bewust. Maar er zijn veel kansen om taalontwikkeling te stimuleren in alledaagse taken’, legt Marije uit. Stel de juiste vragen, benoem vaktermen en koppel daar bijvoorbeeld academisch taalgebruik aan. Geef je een timmerles en ben je aan het zagen, koppel hier dan bepaalde woorden aan. Denk aan cirkelzaag of capaciteit. Zo simpel kan het zijn.’

Intervisie is een vast en verplicht onderdeel van de e-learning. Jessica: ‘We faciliteren een soort keukentafelgesprek om de geleerde lessen te bespreken. Daarna krijgen ze een certificaat. Dat werkt goed als stok achter de deur.’ Chiel vult aan: ‘Zo maken we aanbieders bewust van de mogelijkheden en geven we ze de juiste handvatten.’

Taal is dan ook geen doel op zich meer. Het is een middel om alle kinderen mee te laten doen

Waarom juist na school?

‘Als thuis de taalontwikkeling niet rijk is -  bijvoorbeeld omdat er een andere taal dan het Nederlands als voertaal wordt gebruikt of thuis weinig wordt voorgelezen - dan ontstaat er in het Nederlands een taalachterstand’, legt Chiel uit.  ‘Cultuursensitief werken is daarbij van groot belang’, vult Marije aan. ‘Leg bijvoorbeeld de link met de taal die thuis wordt gesproken of laat de kinderen woorden vertalen naar straattaal. Daar zijn verschillende manieren voor.

Taal is dan ook geen doel op zich meer. Het is een middel om alle kinderen mee te laten doen en om Almere positiever op de kaart te brengen.’

Wat werkt al – en wat is er nodig?

‘Basisschool De Droomspiegel wisselt docenten in de ochtend af met vakexperts in de middag. En we zien dat de resultaten daar niet achteruit-, maar juist vooruitgaan. Je ziet dit soort bredere landschappen ook ontstaan om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en het lerarentekort tegen te gaan. Met de e-learning dragen we bij aan de ontwikkeling van een breder landschap’, aldus Silvia.

De e-learning is openbaar en vrij te gebruiken. Het wordt de komende jaren verder verspreid en breder ingezet. Zodat alle professionals kunnen opstromen en ontwikkelen. Silvia: ‘Om niet alleen hun vakexpertise over te brengen, maar ook te werken aan taalontwikkeling. Want het is ook hun taak om deze kans te benutten. Zodat het aanbod spelenderwijs aansluit bij de wereld van kinderen en ze rijker in taal worden en beter meekomen.’