Verslag talkshow in de regio Alkmaar

Dezelfde taal spreken, letterlijk maar vaak ook figuurlijk, is een voorwaarde voor een soepele samenwerking, een warme overdracht en wederzijds begrip. Tijdens de derde Talkshow in de regio op vrijdag 28 mei op PCC Het Lyceum in Alkmaar komt het ter sprake. “We spreken soms verschillende talen, maar het is niet dat we elkaar niet verstaan.”

Je moet de behoefte van het kind centraal stellen, want daarover ben je het eens”, vult Regien Looijen aan. Zij is consulent samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland voor het speciaal (basis)onderwijs. Wethouder Elly Konijn-Vermaas  is tevreden over de samenwerking in de regio. “De Alkmaarse onderwijsagenda is de basis, daarbinnen spreken we elkaar aan diverse tafels. Ter tafel kwam bijvoorbeeld het signaal dat meer hoogbegaafde kinderen vanuit het basisonderwijs thuis kwamen te zitten. Dat was de aanleiding om gezamenlijk met Intermezzo te starten, een soort brugjaar op het voortgezet onderwijs.” Ook is er naar aanleiding van de coronacrisis een veerkrachtpact afgesloten tussen gemeente en vo-scholen om wanneer nodig snel de juiste jeugdhulp in te schakelen.

Gedrag als signaal

Iets vertellen kan met taal maar ook met gedrag. Kinderen vertonen vaak ander gedrag wanneer er iets aan de hand is. Hoe kijken docenten daarnaar? Als stoorzender of als signaal? Astrid Ottenheym, directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland, licht in een korte lezing de training ‘Onderzoek wegwijs in gedrag’ toe. “Docenten leren met een open houding, zonder aannames waar te nemen. Zo ontstaat er ruimte en wordt de onderlinge relatie sterker. En dat is de basis van het bieden van kansen. Elk kind heeft een verhaal, leer dat te zien.

Open gesprek

Hoe zorg je ervoor dat kinderen hun verhaal durven delen? Esther Wokke is docent omgangskunde en coach op De Spinaker. Ze schept in haar les voorwaarden voor een open gesprek. “De deur gaat dicht, we zijn een team en we zijn veilig. Sommige kinderen hebben meer tijd; nodig om vrijuit te praten, die ruimte is er, want ook dat is kansengelijkheid.” Docent maatschappijleer op PCC Het Lyceum Kathelijne van der Putten reageert: “Je kunt vervelend gedrag niet vergoelijken. Wel denk ik dat je moet spelen met je leerlingen. Dat je steeds schakelt tussen interactie, grapjes maken en stof behandelen.”

Rol van ouders

Het kind wil gehoord en gezien worden, maar de ouders willen dat ook. Hoe gaan scholen daarmee om? Meral Kahraman is moeder van twee kinderen en actief op de Ouderkamer van basisschool De Wegwijzer. “Ik wist niet dat ouderbetrokkenheid zo belangrijk was. Mijn idee was; school is school en thuis is thuis. Toch werd ik actief in de Ouderkamer omdat ik dingen wilde zeggen. Ik voelde me er begrepen. Wanneer ouders de taal niet goed spreken, verlaagt de Ouderkamer de drempel om vragen te stellen, en het hoeft niet binnen tien minuten.” In het voortgezet onderwijs verschuift het gesprek steeds meer van ouders naar leerling.

Schakelklas

Het niet spreken van de taal is voor nieuwkomers in Nederland een drempel. Drie leerlingen van de Taalschakelklas delen tijdens de talkshow hun dromen. Het korte gesprek vormt de brug naar het laatste deel, die van soepele overgangen. Een onderwerp van aandacht, zeker in de Schakelklas. Anouk Prins is projectleider Route Nieuwkomers. “Jongeren in Schakelklassen vallen relatief vaak uit omdat ze bijvoorbeeld regelmatig verhuizen en traumatische ervaringen hebben gehad. Ik houd op vaste momenten vinger aan de pols, maar soms is dat niet voldoende en is er tussendoor contact.”

Begrepen voelen

Voor leerlingen die mogelijk moeite hebben met de overgang van vmbo naar mbo is er de transfercoach. En vmbo-basis- en kaderleerlingen uit groep 8 van basisschool De Wiekslag doen ‘hands on’-projecten waarbij ze in aanraking komen met werksituaties, om de overgang te versoepelen. Een andere groep die moeite heeft met de overgang naar het voortgezet onderwijs is die van hoogbegaafden die relatief jong doorstromen. “Ze zijn klaar met de basisschoolstof maar redden het nog niet in de brugklas”, legt Pieter Feenstra uit. Hij is docent LO op het Murmellius Gymnasium en mentor bij Intermezzo. “Bij Intermezzo zitten leerlingen met achttien gelijkgestemden in een vast lokaal, in plaats van met een pluswerkje op de gang. De docenten komen naar hen toe. We zien de rust bij leerlingen en hun ouders. Ze voelen zich niet meer onbegrepen omdat hun medeleerlingen hun taal spreken.”